Bob Manders is een architect die een goede kennis van het verleden combineert met een passie voor innovatie. Hij haalt het beste uit zijn eigen Nederlandse achtergrond - een waardering voor Rembrandts gebruik van licht, bijvoorbeeld - en combineert dit met de gedegen architecturale principes van bekende meesters, van Vitruvius tot Le Corbusier, en baseert daar tot slot zijn eigen unieke visie op. Het Resultaat? Onvoorspelbare maar harmonieuze ruimtes die overal ter wereld passen.
Bob Manders groeide op in de provincie Brabant als enige zoon van twee liefhebbende ouders, beiden hard werkend hun interieurzaak. Na de middelbare schooltijd verhuisde Bob naar Den Haag om zijn studie Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft te volgen. Hier bleek al gauw Manders interesse in een allesomvattende architectuur van de leef-omgeving: hij ontwikkelde een sterke interesse voor de integratie van zowel kwalitatieve architectuur met binnenhuisarchitectuur, landschap en stendenbouw, als de integratie van alle nodzakelijke facetten van alle noodzakelijk facetten van een gebouw met een esthetisch goede architectuur, dit alles middels een innovatieve detaillering.
Na een succesvolle studie in Delft met als eindexamenproject het ontwerp van een landgoed voor een innovatief consortium in Spanje (waardoor hij afstudeerde met een negen en een eervolle vermelding), werd hij aangenomen op de Architectural Association te Londen. Hier ontwikkelde Manders zijn in Delft ingezette consceptuele disciplines. Met name veranderbaarheid en mobiliteit binnen de- voor hem tot dan toe nog vrij statische - architectuur, en de ontwikkeling van zijn 'responsive systems' kwamen hier tot bloei. Bob waardering van het werk van architecten als Zaha Hadid en Pawson - Silvestrin vertaalde zich in z'n werk van architecten hem voorgingen.
In Manders eerste boek presenteert hij zijn visie op architectuur en leven. Middels foto's van gebouwen wordt duidelijk dat Manders steeds verder kijkt dan waar de blik normalerwijs zou rusten: zijn minimalistisce leefomgevingen blijken niet kaal maar juist bijzonder rijk te zijn door het focussen op precies een ander punt dan wat gebruiker eerste instantie logisch lijkt. Een gebouw lijkt heel simpel, totdat je ziet dat er juist geen kolom staat waar je hem eigenlijk had verwacht. Een kamer lijkt leeg, totdat een taatswand omdraait en de ruimte een praktischw leegte blijkt: met een gigantische (uitdagende) boekenwand aan de ene kant en een goed bank aan de andere. Je kunt je afvragen waarom een witte wand geheel vrij is gehouden vab schilderijen en kunst, totdat het zonlicht, door een dakraam of via eenkabbelende spiegelvijver, zijn tafereel 'schildert' op deze zelfde wand. Verborgen schoonheid. Ingetogen passie. Daar draait het Bij Manders om.
No solo arquitectura is lange tijd de werktitel geweest die ontstond toen Manders bedacht wat hij mensen zou willen meegeven met dit boek. "Kijk verder dan je gewwend bent', leef, beleef en geniet met volle teugen'.
Een boek is helaas een medium waarbij je slechts fragmenten kunt zien van een totale beleving. Fragmenten van een feest. Een film zou in dit opzicht al beter zijn. Of 'geur-televisie'. Maar er gaat niets boven het echt bezoeken van een plek, of het meemaken van een evenement. In deze tijd van plaatjes en internet realiseren veel mensen zich niet meer, datze 6 zintuigen hebben, waarvan ze er slechts 3 of 4 echt vaak gebruiken.
Manders wil uitdagen tot het zien, proeven, ruiken, voelen, horen en balanceren. 'Het inspannen van elke spier tot in de verste teen, maar ook het stretchen hierva'; maar dan in bredere zin op het vlak van architectuur, natuur en leven.
Het boek is niet allen in het Engels, niet allen in het Nederlands, het gaat niet allen over architectuur, en niet allen over ditjes en datjes. Het gaat ook niet over alles, maar over van alles, en dan met name over samenhang met een versterkend karakter: Synergie.